Voetbalclubs nemen vaak grote namen uit het voetbalverleden in dienst zonder te kijken naar iemands kwaliteiten. Daarin kan Ajax nog iets leren van Feyenoord, meent arbeidspsycholoog Ruben Mogge.

Het Nederlandse voetbal zit de laatste jaren niet bepaald in de lift. De aansluiting met de Europese top is verloren en een groot aantal clubs kent financiële problemen. De KNVB merkt de financiële situatie van negen clubs in het betaalde voetbal aan als ‘zorgwekkend’.

Ruben Mogge wijt de problemen aan het dramatische selectiebeleid van bestuurders, trainers en spelers. Mogge is werkzaam als arbeids- en organisatiepsycholoog bij trainingsbureau Boertiengroep. Bestuurders en trainers worden niet aangenomen op basis van kwaliteiten, voldoen vervolgens niet en worden dan met dure afvloeiingsregelingen op straat gezet. De continuïteit is ver te zoeken.

Opleiding bedrijfskunde

De best practices uit het bedrijfsleven moeten wat Mogge betreft worden toegepast in de voetbalwereld. Bij vacatures is er vaak geen gedegen selectieprocedure om te bepalen of er een match is tussen de persoon en de organisatie. Vaak worden mensen aangesteld die aanzien hebben in de voetbalwereld, maar van het besturen van een organisatie onvoldoende weten. “Twee jaar post-HBO-bedrijfskunde zou niet overbodig zijn.”

De voetbalwereld is volgens Mogge een old boys network. “Er lopen hele grote namen uit het voetbalverleden rond. Er wordt elkaar veel gegund, het systeem houdt zichzelf zo in stand.”

Aanstelling Ruud Brood

Als voorbeeld van onduidelijke selectiecriteria noemt Mogge de benoeming van Ruud Brood, vanaf volgend seizoen de nieuwe trainer van Roda JC. Technisch directeur Gerard Wielaert van de club noemde als reden voor Broods aanstelling dat hij “als persoon perfect bij de club Roda JC Kerkrade en de mensen die daar werken” past.

Mogge plaatst vraagtekens bij die uitspraak. “Hoe is dat gemeten? Wat staat er in het profiel van Brood dat hem geschikt maakt voor de functie?”

AZ en Twente stabiel

Een aantal clubs besteedt wel aandacht aan de organisatie. Mogge noemt AZ en Twente als voorbeelden voor de rest van de Eredivisie. Niet geheel toevallig, want Mogge is onder andere bij AZ werkzaam geweest als talentontwikkelaar.

Met de komst van Toon Gerbrands bij AZ is er meer aandacht gekomen voor het bedrijf achter de club. “Dat heeft rust gebracht.” Dat is volgens Mogge ook de reden dat AZ ondanks alle moeilijkheden nu overeind is gebleven.

Sporthart

Maar het is geen kwestie van simpelweg een succesvolle manager uit het bedrijfsleven bij een voetbalclub neerzetten. “Deze bedrijfstak is zo specifiek dat het je enkele jaren kost om te ontdekken hoe de hazen lopen”, zei oud-financieel directeur Onno Jacobs van Feyenoord recent tegen de Volkskrant.

Mogge is het daar niet per se mee eens, maar hij denkt dat een sporthart wel handig kan zijn voor een directeur. “Een binding met de sport kan één van de voorwaarden zijn.”

Problemen bij Ajax

Het slechtste jongetje van de klas qua selectiebeleid is momenteel misschien wel Ajax. “Ajax denkt niet aan welke personen bij de club passen”, zegt Mogge. Er is met het rapport Coronel een aanzet gedaan om te kijken waar de club staat, maar dat is met de komst van Cruijff zomaar weggegooid. “En zo moet je iedere keer weer het wiel opnieuw uitvinden”, aldus Mogge. “Het is zo’n open deur, maar het is opmerkelijk dat er tegelijkertijd zo weinig aandacht voor is.”

Hoelang zou het duren om de zaken bij Ajax op orde te krijgen? Mogge wijst op aartsrivaal Feyenoord. Na jarenlange financiële problemen is de club uit Rotterdam weer enigszins stabiel. “Je kan de boel redelijk op orde krijgen in twee jaar. Daar ben ik van overtuigd.”

Ook Olympique Marseille is een voorbeeld. De roemruchte Franse club werd in 1994 teruggezet naar de tweede divisie wegens een omkoopschandaal. Mogge: “Door een meer bedrijfsmatige aanpak zijn ze er snel weer bovenop gekomen.”

Trainers zijn passanten

Een sterke man aan het roer helpt om de koers van de club te bewaken. Het liefst wil Mogge een voorzitter die zes of zeven jaar blijft zitten.

Voetbal kent echter een vrij korte cyclus waarin directeurs en trainers komen en gaan. Dat merkt Mogge in zijn werk als sportpsycholoog. “Of ik welkom ben bij een club is afhankelijk van de voorzitter of directeur die er op dat moment zit.”

Hij snapt dat het in de voetballerij zo werkt. “Het geld staat op het veld.” Na een aantal verliesbeurten kan de paniek toeslaan. Hij prijst daarom Feyenoord en diens algemeen directeur Eric Gudde. “Zij hebben lef getoond door te zeggen: wij gaan magere jaren tegemoet. Geef ons de rust om de boel op orde te krijgen.”